En toen werd het stller


Waarom het uitgaansleven in Weert zo terugloopt

Door Sanne Timmerman & Koos Vaes


De Oelemarkt in Weert is niet meer wat het geweest is. Nog geen vijf jaar geleden was dit misschien wel het meest bezochte stukje stad. Inmiddels staat een groot deel van het kroegenplein leeg, zo blijkt uit cijfers van de gemeente. Hoe kan het dat deze ooit zo bruisende straat tegenwoordig vooral leegstand uitstraalt?

Hobbycafés
Dit heeft voor een deel te maken met de zwakke onderhandelingspositie van kroeguitbaters. Grote en kleine brouwerijen zijn pandeigenaar of onderverhuurder van de kroegen op de Oelemarkt. Zij bepalen de huurprijs en hanteren een (bier)afnameverplichting. ‘Als ze niet uitkijken bestaat de Oelemarkt straks uit twee hobbycafés’, zegt Niels Joosen, ex-kroegeigenaar op de Oelemarkt.

Joosen baatte van 2011 tot 2016 café Ôs Mam op de Oelemarkt uit, maar trok na mislukte onderhandelingen met brouwerij Gulpener zijn handen af van het café. Een opvolger werd niet gevonden en zo ging het café definitief dicht. Voor de grote groep vaste bezoekers een fikse aderlating, maar voor Joosen een logisch besluit.

Tool: Cijfers van gemeente Weert over de leegstand van horecagelegenheden op de Oelemarkt in 2012 en 2017.

Afnamebeding
"Mijn contract met Gulpener liep af", begint Joosen zijn verklaring over zijn besluit ermee te stoppen. "De constructie waarin ik zat, is de meest voorkomende constructie in de horeca. Het pand is van een particuliere eigenaar die het verhuurt aan een brouwerij. De brouwerij verhuurt het vervolgens weer door aan een uitbater zoals ik. Technisch gezien kun je bier afnemen van een andere brouwer, maar dat komt in de praktijk niet voor omdat brouwerijen in hun huurcontracten laten opnemen dat je bier van hen moet afnemen, een afnamebeding met een duur woord."

"Ik wilde op jaarbasis tienduizend euro besparen", legt Joosen verder uit. "Of dit van de huur- of inkoopprijs afging, maakte me niet uit. Met de pandeigenaar had ik een deal weten te maken dat hij viereneenhalfduizend euro huur omlaag zou doen bij de brouwerij, dus bij Gulpener hoefde ik nog maar vijfeneenhalfduizend te besparen. Ik nam ongeveer vijftigduizend euro per jaar af bij Gulpener, de besparing is dus een dikke tien procent, niet veel in mijn ogen. Maar Gulpener gaf geen kik, ze weigerden hierin mee te gaan. Ze gingen er waarschijnlijk vanuit dat er snel weer een opvolger voor mij zou komen, nu weten ze wel anders gok ik."

Impressie Oelemarkt. Foto's: Sanne Timmerman

Het afnamebeding is volgens Bernadet Naber, woordvoerster van de Koninklijke Horeca Nederland (KHN), als een doorn in het oog. Zij onderzoekt al enige jaren de biermarkt en die afnamebedingen en noemt de Nederlandse horecabiermarkt ‘noch transparant, noch liberaal en er is geen volledige concurrentie’. De concurrentie tussen horecaondernemers wordt enorm beperkt door een stelsel aan overeenkomsten tussen brouwerijen en horecaondernemers voor verschillende diensten die worden gecombineerd met een afnameverplichting. Dit leidt tot een sterke binding van de horecaondernemers aan de brouwerijen.

Daar ligt een groot pijnpunt volgens Naber, woordvoerster van de KHN. Horecapanden zijn in de regel geen eigendom van een brouwerij, maar zij bepalen wel de onderhandelingen en mogen door een Europese vrijstellingsverordening een afnameverplichting eisen aan de uitbater. Het zorgt ervoor dat de onderhandelingspositie van een uitbater zeer zwak is. Hij is namelijk afhankelijk van de brouwer als verhuurder van het pand. Daarnaast stelt de brouwer allerlei noodzaken, zoals tap- en tankinstallaties, ter beschikking. Investeringen die een uitbater liever zelf doet, maar daar het kapitaal niet voor heeft en waar een bank gezien de risico’s liever geen geld voor uittrekt. Zo blijft een cirkel voortbestaan waar de brouwer hoge eisen en voorwaarden aan de uitbater kan stellen.

Impressie Oelemarkt. Foto's: Sanne Timmerman

Deze Europese vrijstellingsverordening maakt het mogelijk dat ondernemers vijf jaar gebonden kunnen worden aan een brouwerij. “Een afnamebeding mag in principe maximaal vijf jaar duren. Zit een ondernemer in een pand dat eigendom is van de brouwer dan wel dat de brouwer huurt en weer onderverhuurt, dan mag de afnameverplichting net zo lang duren als het pand wordt gehuurd. Dat kan dus theoretisch eeuwig duren,” zegt Bernadet Naber, woordvoerder KHN.

Onder druk
Horecaondernemingen staan daardoor onder druk volgens de Koninklijke Horeca Nederland. Hoge inkoopprijzen, prijsdruk en het bezitten van vele panden zorgen voor moeilijkheden. Banken zien minder kansen in de horeca door de lage winstcijfers, wat ervoor zorgt dat horecaondernemingen afhankelijk zijn van de brouwerijen.

De KHN zou dit graag anders zien: "Je zou kunnen redeneren dat wanneer brouwerijen op flinke schaal horecalocaties huren dat een huurprijsopdrijvend effect heeft. Dat draagt weer niet bij aan het verdienmodel van een horecabedrijf. Kort gezegd komt het er op neer dat wij onder andere vinden dat op het punt van de eeuwigdurende bindingsmogelijkheid via huurovereenkomsten de Europese regels aanzienlijk moeten worden aangepast", aldus Naber.

De betreffende Europese verordening loopt tot en met mei 2022. De mogelijkheid van eeuwige binding via een pand moet worden geschrapt of minstens drastisch worden beperkt, volgens de KHN. Omdat uit gesprekken met de EU is gebleken dat aanpassing van de vrijstellingsverordening lastig te realiseren zal zijn, zet de KHN in op aanpak van oneerlijke handelspraktijken.

Impressie Oelemarkt. Foto's: Sanne Timmerman

De zwakke positie van ondernemers lijkt nu dus vooral te zijn gecreëerd door de brouwerijen en hun onredelijke huurcontracten. Hoe denkt de gemeente Weert hierover? Het uitgaansgebied in de stad loopt immers leeg wat niet bijdraagt aan een positief imago.

Omvalgevaar
Frans Van Eersel, wethouder economische zaken en binnenstad, geeft aan dat de gemeente er niet zoveel aan kan doen. "Een pandeigenaar verhuurt zijn pand en de huurder accepteert de voorwaarden. Dit is een privaatrechtelijke handeling", zegt Wethouder Van Eersel. "Is het nu de schuld van de brouwerij? Ook. Maar de constructie blijft in stand door de huurder, als de regels echt zo onredelijk zijn, huurt niemand het. Je moet de risico’s van te voren inschatten en niet zomaar een contract tekenen."

Volgens de wethouder is het grote ‘omvalgevaar’ van horeca op de Oelemarkt ook te wijten aan het feit dat ze niet verder kijken dan waar hun pand nu voor dient: nachthoreca. "Ik vind het knap. Iedereen wil zijn geld wel verdienen op twee dagen werk." Van Eersel merkt op dat vergrijzing een grote rol speelt in het leeglopen van de Oelemarkt. "De grootste groep inwoners gaat liever uiteten", legt de wethouder uit. "Dat is het uitgaansleven van ouderen."

Gemeentelijke stimulans
De wethouder raadt de ondernemers van de Oelemarkt dan ook aan om vooral creatiever om te gaan met de besteding van hun pand. Daghoreca moet uitgebreid worden en daar heeft de gemeente 100.000 euro voor gereserveerd. Een terras en eetgelegenheid zijn de belangrijkste oplossingen voor de leegstand op de Oelemarkt volgens de gemeente.

"Je kunt altijd de brouwer de schuld geven, maar je kunt ook naar jezelf kijken", aldus Van Eersel. ‘Wij merken als overheid dat we dit moeten stimuleren. Zowel de brouwerij als de uitbater is gebaat bij een hogere omzet, maar niet elke brouwerij werkt hieraan mee."

Reactie brouwerijen
Brouwerij Gulpener gaf na navraag aan niet te kunnen/willen reageren op het verhaal. Persvoorlichter Maartje Rutten deelde mee "geen relevante informatie te hebben" ter aanvulling van het artikel. Ook de overkoepelende vereniging Nederlandse Brouwers wilde niet meer kwijt dan dat "contracten en afspraken tussen bierbrouwers en ondernemers commerciële aangelegenheden zijn waar we ons als brancheorganisatie niet mee bezig houden."


De onmogelijke strijd van een boerendisco

Tekst: Koos Vaes
Foto's: Sanne Timmerman

Panden die leeg komen te staan, vinden in uitgaansgebieden als Weert en Nederweert moeilijk een nieuwe uitbater. Discotheek Grand Madeira in Nederweert is een typerend voorbeeld. We mochten naar binnen om te kijken en dat leverde het volgende sfeerverslag op.

Impressie Madeira. Foto's: Sanne Timmerman

‘Het werd hier altijd “Boerendisco” genoemd’, Carine Arts kijkt eens rond in de lege zaal van de Madeira. De eigenaresse van Brouwerij Budels beseft dat de tijd dat de boeren van Nederweert die het weekend komen inluiden en afsluiten bij de Madeira verleden tijd is. ‘Misschien dat het weer in raakt, dat het retro wordt.’ Haar blik verraadt echter dat de hoop er niet al te stevig op gevestigd is.

Wij waren slechts 18 jaar oud toen de Grand Madeira in Nederweert haar deuren voor publiek sloot. Een leeftijd waarop jongeren tegenwoordig het uitgaansleven pas beginnen te verkennen, waarop ze überhaupt pas alcohol naar binnen mogen werken. Op het moment dat onze geliefde discotheek ophield te bestaan, hadden we er al een volwassen carrière aan drank opzitten. We zochten ons heil ergens anders – en vonden dat ook – maar de Madeira bleef eenzaam en nuchter achter.

Vijf jaar staat het pand al leeg. Het ooit zo bruisende uitgaansleven in Nederweert is daarmee geslonken tot een handjevol kroegen. De Santa Domingo is inmiddels overgekocht en wordt verbouwd tot een klein appartementencomplex. De horecabestemming van dat pand was verdwenen. Te lang leegstand. Twee kermissen op rij konden het ooit legendarische café niet redden van de ondergang.

Zo ver is het bij de Madeira nog niet gekomen. De horecabestemming zit er nog op, die loopt tot 2021. Maar volgens regelgeving mag het college van B&W na drie jaar van het ontbreken van horeca-activiteiten de horecabestemming eraf halen. Dat zou betekenen dat Budels het pand niet meer mag verhuren als horecabestemming en daardoor lijkt verkopen een aantrekkelijke optie. John Horijon van de gemeente Nederweert vertelt dat die plannen ooit besproken zijn, maar nu niet meer spelen. De horecabestemming blijft er dus op zitten waardoor er een theoretische kans op een terugkeer van de discotheek blijft bestaan.

Vijf jaar is een lange tijd. Zou het zijn dat iemand met interesse zich gemeld heeft bij Budels, waar het pand eigendom van is? ‘Nou, eigenlijk niemand. Je hoeft geen uitgebreid marktonderzoek te doen om te zien dat er in Nederweert geen behoefte is aan een grote zaal’, aldus Arts.

Wat voelde het raar om weer binnen te zijn. Zo leeg, zo sfeerloos. Ja, de barren stonden er nog, de tapkranen leken gereed. Maar verder was het kaal. Alsof je op bezoek gaat bij je dementerende oma; ze is weliswaar aanwezig, maar het karakter waar je juist van hield is verdwenen.

Impressie Madeira. Foto's: Sanne Timmerman

We durfden Arts niet te vertellen over de gekke dingen die we er beleefd en gedaan hebben. Hoe vaak een van ons wel niet op zijn gezicht was gegaan bij de bar aan het podium. In welke hoeken van de zaal de maaginhoud geloosd moest worden om weer verder te kunnen, hielden we wijselijk geheim. Dat er in het café flessen Jupiler gehaald werd door menig bezoeker omdat het bier uit de tap (inderdaad, Budels) niet te zuipen was. Wanneer de lampen aan het einde van een stapavond aangingen en uitbater Paul Douven met een dienblad gratis bier kwam aanzetten omdat ‘de leidingen leeg moesten’, nam je uit beleefdheid een glas - het was tenslotte gratis. Maar het ging nooit van harte. Budels, het bier dat nooit went.

Impressie Madeira. Foto's: Sanne Timmerman

Douven stopte er dus vijf jaar geleden mee. Hij moest opboksen tegen de hoge huur en afnameprijzen die Budels vroeg. Iedereen die de Madeira een warm hart toedroeg, wist dat het ging gebeuren. Steeds vaker was het regel in plaats van uitzondering dat er meer personeel in de zaal was dan klandizie. Hoe heeft hij het nog proberen te redden?

‘Op het einde probeer je nog te onderhandelen. Er moest verbouwd worden, ik vond dat Budels moest investeren om de discotheek aantrekkelijk te houden. Ze wilden er niet aan meewerken, dat is een nadeel als een pand eigendom van een brouwerij is. Ze verdienen er sowieso aan, wie of wat er ook in zit. Budels is maar een kleine brouwerij waar je 5 jaar lang aan gebonden bent, je kan er dus niet zomaar uitstappen. Ik heb zelfs voorgesteld om alleen het café aan te houden en de zaal open te gooien zodra ik die nodig had. Wilde Budels niet. Over afspraken over bierprijzen hoef je al helemaal niet te beginnen. Je zit nu eenmaal vast aan hen, zij hoeven dus geen kortingen te geven. Uiteindelijk heb ik er de stekker uit getrokken. Ze gingen er wel vanuit dat een nieuwe uitbater zich vrij snel weer zou melden. Toen ik uiteindelijk de sleutel ging inleveren bij de brouwerij vroegen ze me daar ter plekke of ik alsnog alleen het café wou aanhouden. Ik was er wel klaar mee, had inmiddels een vaste baan gevonden. Maar ze wisten dus al heel snel dat de uitbaters niet stonden te popelen om in de Madeira te gaan zitten.’

Impressie Madeira. Foto's: Sanne Timmerman

En zo is het al vijf jaar koud en stil op de plek waar eerste liefdes zijn ontstaan, ruzies tussen nabij liggende dorpen zijn uitgevochten, vriendschappen zijn gesloten en de Nederweerter jeugd het nachtleven mocht beginnen te verkennen. Natuurlijk, de opkomst van festivals speelt een belangrijke rol in de terugloop van het uitgaansleven. Maar hoge prijzen die de brouwerijen vragen zijn geen helpende factor in het herstellen van dat uitgaansleven. Wie klaagt over de hoge bierprijzen, moet de schuld voortaan neerleggen bij de brouwer zelf. ‘Don’t shoot the messenger’.

Impressie Madeira. Foto's: Sanne Timmerman


© Untitled. All rights reserved.

( Made with Carrd )